« Economen, EU-recht en staatssteun experts positief over voorstel TAPP Coalitie»

Gepubliceerd op 12-11-2019

De TAPP Coalitie heeft via een Quick Scan een zestal economen geraadpleegd over de effecten op inkomens van veehouders na invoering van een eerlijke vleesprijs (accijns van 16-34 eurocent per ons vlees), ook als supermarkten maar de helft van deze accijns zouden doorberekenen aan consumenten (wat onwenselijk is, maar supermarkten gebruiken hun inkoopmacht soms op deze manier om kosten af te wentelen op veehouders). Uit de eerste analyse blijkt dat inkomens voor veehouders netto gunstig uitpakken, zelfs nadat de vleesprijs iets zou dalen. Dat komt omdat veehouders voor 500 miljoen euro per jaar aan subsidies (milieu/dierenwelzijn) ontvangen, nadat de eerlijke vleesprijs is ingevoerd (de helft van de opbrengst wordt naar boeren teruggesluisd).

Ook EU-recht en staatssteun experts zijn positief over de voorstellen. De voorgestelde subsidies kunnen passend gemaakt worden binnen het EU staats steun kader. Onder voorwaarden kan het voorstel ook passend gemaakt worden binnen art. 100 VWEU. Dan zouden subsidies voor boeren (uitgaven) strikt losgekoppeld moeten worden van de eerlijke vleesprijs (de inkomsten voor de overheid van ruim 1 miljard euro per jaar). Subsidies kunnen via de regering bijv. al 1 jaar eerder uitgekeerd worden (of juist 1 jaar later) dan wanneer de eerlijke vleesprijs wordt ingevoerd en met een zelfstandige motivatie, bijv. financiering klimaatmaatregelen en kringlooplandbouw, iets dat ook los van een eerlijke vleesprijs voor consumenten al zou gebeuren. Een andere mogelijkheid is dat in beperkte mate ook dezelfde subsidies op milieu/dierenwelzijn beschikbaar gesteld worden voor veehouders in het buitenland die vlees leveren aan  Nederland. Ook dan is geen strijdigheid met art. 100 VWEU. Bijv. 1/6 deel van de subsidies aan boeren in Nederland, mits veehouders in het buitenland voldoen aan dezelfde normen als wetgeving in Nederland en veehouders dit op eigen kosten doorvoeren. Alleen voor bovenwettelijke aspecten zou dan een subsidie mogelijk zijn (tegen lokale prijzen), zoals voor veehouders in Nederland (gelijke behandeling). 

Het strikt scheiden van overheids uitgaven en inkomsten is gebruikelijk bij de Rijksoverheid zoals bij de energie/CO2 heffingen (inkomsten) en de SDE subsidies voor duurzame energie (uitgaven). Toch ligt er hier een sterke koppeling. 

In het regeerakkoord is zo'n zelfde constructie afgesproken voor een vrachtwagen heffing. Deze wordt momenteel vormgegeven. Het houdt in dat vrachtwagens een energieheffing gaan betalen, maar dat er en fonds komt waarin dit geld gebruikt wordt binnen de vrachtwagen sector voor verduurzaming. Alleen de invoeringskosten en het mislopen van overheids inkomsten wordt afgetrokken van de middelen die teruggaan naar de vrachtwagen sector. 

Er zijn dus geen principiele bezwaren tegen een eerlijke vleesprijs (accijns) en het gebruik van de middelen (ruim 1 miljard euro per jaar) voor verduurzaming in de landbouw sector  en terugsluis naar consumenten via bijv. goedkopere groenten en fruit en vleesvervangers. 

In een recent rapport van RVO Nederland wordt aangegeven dat er diverse van deze constructies worden toegepast: Zie het rapport : Naar een effectieve governance van innovatie 

EU-01573518396.jpg