TAPP Coalitie Opinie Volkskrant: Belasting vlees is hoognodig om biodiversiteit op aarde te redden
Om het verlies aan biodiversiteit tegen te gaan is een heffing op vlees een uitstekend middel. In aanloop naar de VN-top over dit thema moeten landen zich hard maken voor fiscaal beleid.
Zhou Jinfeng, Kees Vendrik, Amy Halpern-Laff en Jeroom Remmers
3 april 2022, 17:00
De Tweede Kamer was vorige week in rep en roer, toen landbouwminister Henk Staghouwer een onderzoek aankondigde naar een heffing op vlees, met een terugsluis naar de landbouwsector. De minister positioneerde deze hogere vleesprijs ook verkeerd, het leek wel een straf op vlees eten. De hogere prijs waar wel degelijk draagvlak voor is, is gestoeld op het meenemen van alle reële kosten van vleesproductie in de prijs die de consument betaalt. Want een eerlijk boerenloon, het verminderen van dierenleed en de impact van vleesconsumptie op klimaat, milieu en biodiversiteitsverlies zitten momenteel niet in de prijs verrekend, maar horen daar wel in thuis.
Uit een enquête bleek dat 63 procent van de Nederlanders akkoord gaat met ‘een eerlijke reële vleesprijs’ als de opbrengsten worden gebruikt om de koopkracht van de lagere inkomens te compenseren, groenten en fruit goedkoper te maken en boeren duurzaamheidssteun te geven. Deze steun is bij VVD-stemmers zelfs 72 procent en CDA-stemmers 67 procent. De reacties van Kamerleden van VVD en CDA lijken dus voornamelijk te berusten op de verkeerde positionering door de minister, en niet op de wensen van hun kiezers.
VN-top over biodiversiteit
Een lagere vleesconsumptie kent nog meer voordelen: bijvoorbeeld om het wereldwijde verlies aan biodiversiteit tegen te gaan. Vorige week werd in Genève onderhandeld over de tekst voor de VN-top over biodiversiteit (CBD) die in september zal worden gehouden in China. Deze top moet net zo belangrijk worden als de klimaattop van Parijs. De hoop is dat de CBD de biodiversiteit zal redden, met 30 procent beschermd aardoppervlak in 2030.
Het tien jaar oude plan van de Verenigde Naties om het verlies van ecosystemen tegen 2020 een halt toe te roepen, is namelijk mislukt. De meeste van de twintig doelen – beter bekend als de Aichi Biodiversity Targets – zijn niet gehaald. Dit is deels te wijten aan het feit dat de doelstellingen voor biodiversiteit niet gericht waren op de grootste oorzaak van het wereldwijde biodiversiteitsverlies: de honger naar meer vlees, zuivel en veevoer. Er wordt nog steeds een verkeerde analyse gemaakt en vervolgens ontbreekt het aan effectief beleid om de oorzaak van het verlies aan biodiversiteit aan te pakken.
De nadruk moet worden gelegd op reductiebeleid voor vlees- en zuivelconsumptie in hoge-inkomenslanden en China. Door de consumptie van vlees en zuivel te verminderen en daarmee de productie te verminderen, zou het verlies aan biodiversiteit dat deze veroorzaken, tegengegaan kunnen worden. Als dergelijk beleid opnieuw ontbreekt in het nieuwe Global Biodiversity Framework, dat een reeks mijlpalen en doelen voorziet die tegen 2030 moeten zijn bereikt, zullen de biodiversiteitsdoelen weer niet worden gehaald.
Ontbossing in Zuid-Amerika
Laten we eerst eens de feiten bekijken. In 2020 bleek uit onderzoek in opdracht van de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, dat de uitbreiding van de landbouw bijna 90 procent van de wereldwijde ontbossing veroorzaakt: 52 procent door akkerland (grotendeels in gebruik voor veevoer zoals soja en maïs) en bijna 40 procent door vee dat op graslanden graast. Volgens hetzelfde FAO-rapport veroorzaakt grazende veeteelt bijna 75 procent van de ontbossing in Zuid-Amerika en meer dan 40 procent hiervan in Noord- en Midden-Amerika.
Deze inzichten worden bevestigd in rapporten die concluderen dat dierlijke producten zoals vlees en zuivel 67 procent van de wereldwijde ontbossing en 40 procent van het biodiversiteitsverlies binnen de EU veroorzaken. Bovendien zijn vlees en zuivel verantwoordelijk voor bijna 60 procent van de voedselgerelateerde broeikasgasemissies en 20 procent van alle wereldwijde broeikasgasemissies. Klimaatverandering veroorzaakt ook verlies aan biodiversiteit, bijvoorbeeld wanneer soorten zich niet kunnen aanpassen aan warmere klimaten.
De productie van vlees is sinds het midden van de jaren zestig verviervoudigd. Tegen 2050 zal de wereldwijde vleesconsumptie naar verwachting opnieuw verdubbelen. Het ligt voor de hand dat het halen van biodiversiteitsdoelen en het klimaatakkoord van Parijs hierdoor onmogelijk wordt. Vijftig landen met de hoogste inkomens en de hoogste vleesconsumptie zouden hun vleesconsumptie moeten terugbrengen tot een niveau dat in overeenstemming is met voedingsrichtlijnen en planetaire grenzen.
Kosten klimaatbeleid
Het invoeren van een aparte milieubelasting op vlees zou de beste manier zijn om dat te doen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving zou internationaal beleid om de vleesconsumptie met de helft te verminderen, de kosten van klimaatbeleid in hoge-inkomenslanden halveren. Dit kan veel landen jaarlijks miljarden euro’s besparen. Het Nederlandse klimaatfonds had dan met minder toegekund dan de 60 miljard euro die nu voorzien is.
Maar ook in de onderhandelingen in Genève bleek zo’n aparte belasting omstreden. Heel veel alinea’s staan nog tussen haken, wat betekent dat niet alle betrokken VN-lidstaten het erover eens zijn. Zo was er bijvoorbeeld strijd over het woord ‘fiscaal’ in doelstelling 14, die gaat over het opnemen van de biodiversiteitswaarden in alle vormen van beleid. De Europese Unie steunde gebruik van het woord, Rusland was tegen. In doelstelling 16 wordt tussen haakjes verwezen naar de huidige overconsumptie van dierlijke producten: ‘Waar relevant, de overconsumptie van voedsel en andere materialen te elimineren.’ Ook tussen haakjes staat: ‘Het halveren van de footprint van eetpatronen, in lijn met de gezondheid van mens en planeet.’
We hopen dat bij de volgende onderhandelingsronde in juni in Nairobi dergelijke teksten, die nu nog tussen haakjes staan, door alle landen worden omarmd. En dat ook expliciet wordt opgenomen dat fiscaal beleid nodig is om de vlees- en zuivelconsumptie te verminderen in een vijftigtal veelal rijkere landen, om zo de belangrijkste oorzaak van het wereldwijde verlies aan biodiversiteit écht aan te pakken. En om zo ons stukje vlees toekomstbestendig te maken door een eerlijke, reële prijs.
Zhou Jinfeng is secretaris-generaal van China Biodiversity Conservation and Green Development Foundation, Kees Vendrik is hoofdeconoom Triodos Bank, Amy Halpern-Laff is directeur Beleid en Externe Betrekkingen, Factory Farming Awareness Coalition (VS), Jeroom Remmers is directeur van True Animal Protein Price (TAPP) Coalitie